Geert van Hugten

  • Om binnen te komen wachten we op een perron, en op het moment dat er geen mensen meer op het perron staan en de trein is weg lopen we (onder een beveiligingscamera door) de tunnel in. Enige snelheid is nodig want dit gedeelte is gewoon in gebruik. Op het moment dat we voor de poort staan zinkt de moed ons in de schoenen. Het slot wat er niet meer zou zijn, is weer terug. We kijken of er een mogelijkheid is om de poort zonder iets te beschadigen toch open te krijgen, maar al onze ideeën lopen op niets uit. We moeten tegelijkertijd nog zorgen dat we niet gezien worden door de mensen in de treinen. Deze razen zo'n vijf meter achter ons langs. Op het moment dat we beiden zoiets hebben van: "kut." Spotten we een mogelijke ingang. Gek dat we deze de vorige keer niet gezien hebben, maar misschien is deze mogelijkheid er ook pas net. Eenmaal binnen aangekomen lopen we het eerste stuk met een zaklamp voor het licht. Erg veel licht heb je niet nodig want het is echt pikkedonker. Na een stuk te hebben gelopen komen we op het eerste station aan. We zoeken naar de lampenknop en zetten de lampen aan. Erg spannend, want misschien ziet iemand dat. We bedenken ons dan dat het 00:30 is en er waarschijnlijk niemand zicht houd op de lampen. Aan de muur hangt een doorgebroken naambord aan de muur. Het station heeft een troosteloze uitstraling, maar we pakken onze camera's en knippen al wat foto's. Op het moment dat we doorlopen de buis in zetten we de lampen op het station weer uit. Dit zullen we heel de tijd blijven doen. Na een aantal stations, en nog veel meer meters buizen komen we Frankie tegen. Dit is een tractor welke door de werknemers van het onderhoudsteam gebruikt word. Bij veel foto's is deze tractor verplaatst, en ook nu staat hij op een andere plek dan verwacht. We zetten de lampen achter ons uit en lopen weer verder. Na een tijdje denken we stemmen te horen, maar we wuiven het weg als ingebeelde stemmen. Toch raar dat we het beiden inbeelden. We lopen nog verder, en na een paar uur komen we via wat lussen en omwegen weer uit bij Frankie. We schrikken beiden best wel, want de lampen staan aan. Martijn zoekt op zijn camera een foto op, en hierop is duidelijk te zien dat we de lampen echt uit hadden gezet. We zijn waarschijnlijk niet alleen. Gelukkig kunnen we zonder problemen verder en we komen uit bij een gigantisch gat naar boven. We krijgen het niet fatsoenlijk op de foto, zo groot is het. We zijn wel blij dat we even buitenlucht hebben. Door de koele lucht die uit de buizen komt hebben we geen last van de hitte ook al is het zomer en buiten gewoon erg warm. We denken dat het gat gebruikt is om de tunnelboormachines naar beneden te laten zakken. Een paar uur later hebben we het meeste wel gezien en we merken beiden dat we toch een nacht over aan het slaan zijn. We worden moe. We lopen richting de uitgang en komen er dan achter dat de poort van het station waar we door naar binnen kwamen dicht is. We zoeken een andere uitgang en komen ook bovengronds. Na een rit naar huis (waarbij ik mijn ogen heb proberen open te houden) ga ik douchen en naar bed. Het is 06:00 uur.